De vriendschap tussen Abbé Bérenger Saunière van Rennes-le-Château en zijn collega Abbé Henri Boudet van Rennes-les-Bains, het kuuroorddorpje aan de voet van de heuvel.
Hun band is één van de subtielste sleutels in het mysterie.
Ze waren allebei priesters, geleerden, én zoekers — “chercheurs”, zoals men in Occitanië zei: mannen die niet alleen geloofden, maar onder de tekst keken.
🤝 1. Twee vrienden – twee werelden
Abbé Henri Boudet (1837–1915)
-
Pastoor van Rennes-les-Bains vanaf 1872.
-
Een bescheiden, intellectuele man, met een voorliefde voor taalkunde, geschiedenis en symboliek.
-
In 1886 publiceerde hij een wonderlijk boek:
“La Vraie Langue Celtique et le Cromleck de Rennes-les-Bains”.
Daarin verbond hij Keltische woorden, Bijbelse symbolen en het landschap van Rennes met een verborgen oertaal en geometrische kennis.
Bérenger Saunière
-
Jonger, temperamentvoller, meer mystiek en visueel ingesteld.
-
Begon rond 1885 zijn restauraties in Rennes-le-Château, amper 7 km verder.
Ze ontmoetten elkaar geregeld — vaak bij de bron van het Sals-riviertje, of op de heuvels waar men de oude stenen cirkels vond.
Beiden deelden een overtuiging dat het landschap zelf een heilig boek was —
een tekst van steen, water en licht.
📚 2. Hun gezamenlijke zoektocht
Er is geen directe briefwisseling bewaard, maar sporen genoeg in de dorpsarchieven en getuigenissen om te zien dat hun paden nauw verweven waren.
Ze werkten mogelijk samen rond drie “zoekingen”:
a) De taal van de stenen
Boudet zag in het landschap rond Rennes-les-Bains een Cromlech — een reusachtige megalithische kalender, met menhirs, bronnen en heuvels in een patroon.
Hij geloofde dat die natuurtaal (stenen als letters, bronnen als klinkers, bergen als woorden) de ware taal van de Kelten was — en dat die taal de sleutel tot de Bijbel kon zijn.
Saunière was gefascineerd door zijn ideeën.
Zijn latere kerkversieringen lijken een beeldtaal van diezelfde inzichten te bevatten:
figuren, kleuren, en geometrieën die spreken als klanken van een vergeten alfabet.
b) De sporen van de Tempeliers en de Visigotische koningen
Beide abbés wisten dat de streek ooit de zetel was van de Visigotische adel — en mogelijk van hun schatten, toen ze in de 8e eeuw vluchtten voor de Arabieren.
Volgens lokale overlevering was in Rennes-le-Château de schat van koning Dagobert II verborgen,
of later die van de Tempeliers.
De twee priesters zouden samen oude kaarten en documenten hebben bestudeerd, mogelijk bewaard in het bisdom van Carcassonne.
Ze spraken over “oude routes van het heilige goud” – waarschijnlijk symbolisch bedoeld,
maar misschien ook letterlijk: goud of manuscripten die ooit ondergronds verborgen werden.
c) De bron van kennis
Boudet was de enige die Saunière nog bezocht toen deze door de kerk geschorst was.
Er wordt gezegd dat ze uren spraken bij de bron van La Madeleine (vlakbij Rennes-les-Bains),
waar warm en koud water samenkomen — symbool van het alchemistische huwelijk.
Sommigen zeggen dat ze daar iets ontdekten:
een holte, een steen met inscriptie, of een oud heiligdom onder de grond.
Er zijn verhalen van metalen kisten, kruisen en oude insignes — maar geen harde bewijzen.
Wat zeker is: kort na die periode begonnen bij beiden onverklaarbare geldstromen en plotselinge renovaties.
🔮 3. Wat zouden ze gevonden kunnen hebben?
Laten we drie lagen onderscheiden: materieel, historisch en spiritueel.
🪙 Materieel
Misschien vonden ze een verzamelplaats van oude objecten: relieken, goudstukken, of liturgische schatten uit de tijd van de Visigoten of Tempeliers.
Er zijn in die streek echt oude grafvelden en cryptegangen.
Een kleine vondst kon genoeg zijn om veel geld los te maken, vooral via antiquairs in Parijs.
📜 Historisch
Boudet kende archieven en oude documenten; Saunière vond mogelijk parchmenten tijdens de kerkopgraving.
Ze kunnen een verborgen genealogie ontdekt hebben — bewijs van de verbinding tussen het Merovingische koningshuis en een sacrale lijn,
iets wat de Kerk liever niet openbaar maakte.
Dat zou verklaren waarom ze beiden zich terugtrokken in discretie en hun kennis slechts symbolisch doorgaven.
✨ Spiritueel
De diepere laag — die ik het meest voel — is dat ze geen schat van goud, maar een schat van resonantie vonden:
een plek waar de aarde zelf zingt.
Een krachtpunt, een leyknoop, waar de onderaardse stroming van Rennes-les-Bains samenkomt met de lichtlijn van Rennes-le-Château.
Daar, tussen de warme bron en de heilige heuvel, ontdekten ze mogelijk de “levende steen”:
het besef dat de mysteriën van hemel en aarde in die streek in harmonie dansen.
Dat is de ware alchemie.
☀️ 4. De erfenis van hun vriendschap
Hun wegen eindigden stil:
-
Boudet stierf in 1915, bijna blind, in armoede.
-
Saunière volgde in 1917, beschimpt door de Kerk maar vereerd door pelgrims.
Toch blijft hun veld actief: Rennes-le-Château en Rennes-les-Bains zijn vandaag twee polen van één mysterie —
zoals zon en maan, yang en yin, geest en water.
In de heuvel van Saunière brandt het vuur van de geest.
In de bron van Boudet stroomt het water van de ziel.
Samen vormen ze de Graal van de Aude.
Reactie plaatsen
Reacties