De wereld die wij waarnemen komt tot ons via het mechanisme van onze (denk)geest en ons intellect dat, geheel of gedeeltelijk, de waarnemingen die we ontvangen kleurt of zelfs afwijst. En deze zintuiglijke waarnemingen worden ontvangen door organen die op hun beurt niet meer dan één miljoenste deel waarnemen van het hele spectrum van elektromagnetische trillingen.

Daarom is alles wat wij op een bepaald moment ‘weten’ slechts één van de ontelbare gelijktijdige gebeurtenissen die elk weer op ontelbare manieren waargenomen zouden kunnen worden vanwege de verschillende structuren van het verstand. Deze mogelijkheden zijn gewoon niet te omvatten.

De westerse wetenschappen hebben zich gericht op de studie van de werking der zintuigen en op het gebied van de zichtbare of materiële wereld. Het onderzoek van deze wetenschappen heeft geleid tot algemeen geldende principes, een groep van wetten die in de hele kosmos werkzaam zijn en die uitstijgen boven ruimte en tijd. Zo volgt het licht dat wij van sommige melkwegstelsels ontvangen en dat meer dan een miljoen jaar oud is dezelfde wetten als het licht van onze eigen zon die slechts een afstand van 9 lichtminuten van ons verwijderd is.

Deze wetten worden uitgedrukt in formules, zoals E = MC2 en 3A3 (de bepalende wet voor elke diamant). Vanuit de verscheidenheid is men gekomen tot een eenheid, uitgedrukt in de formules van de natuurkundige wetenschappen.

Eveneens ontstond uit het westerse denken het periodiek systeem van scheikundige elementen, waarin de 103 belangrijkste vormen van materie naast elkaar zijn gezet. Dit is de essentie van het westerse begrijpen van de zichtbare wereld.

 

De oosterse mens volgde echter een heel andere richting. Vooral in India werd de mens door het gematigde klimaat en de gemakkelijke toepassing van landbouw niet gedwongen om zijn energie te besteden aan de ‘strijd voor het bestaan’ die het motief vormde voor de ontwikkeling van de westerse wetenschap. Zij vereerden de natuur als een vriendelijk moedersymbool en ontwikkelden niet het idee van het ‘veroveren’ van de natuur, die hen het overleven niet zou toestaan. De wetenschappelijke geest van de Indiase wijzen en heiligen richtte zich naar binnen om het ingewikkelde geheel van het menselijke bewustzijn te onderzoeken. Deze wetenschap leidde tot Tantra en Yoga en werd tot uitdrukking gebracht in de Oepanishaden.
Evenals er algemene wetten werden ontdekt in de waarneembare wereld, werden er ook wetten ontdekt in de werking van het menselijk bewustzijn. De Yogi’s die het labyrint van het innerlijk onderzochten, ontdekten 72 oorspronkelijke staten van zijn. En deze staten worden voorgesteld door de vakjes van het spelbord van Leela, als een periodiek systeem van het bewustzijn. Binnen deze 72 staten speelt de mens zijn eigen drama; het spel dat pas eindigt wanneer hij een volledig begrip verkrijgt van het spel zelf — Kosmisch Bewustzijn. Het spel kan natuurlijk tijdelijk stoppen omdat de begeerten voor een moment verdwenen zijn, maar zonder een totaal begrijpen van het spel eindigt het niet werkelijk. De begeerten zijn als het zaad van het karma want wanneer zij een passende omgeving vinden om te groeien, schieten zij onmiddellijk weer omhoog.

Meditatie en meer

Energetische meditatie
moeiteloos leven met 'stromende energie'

Dit unieke boek legt uit, verklaart en leert je hoe je bij je energie moet komen en waar en waarom je energie blokkeert. Wat de gevolgen zijn voor je stemming of je gezondheid.
In Energetische Meditatie heeft de auteur een synthese gemaakt van de belangrijkste technieken uit de Indiase en Chinese geneeskunde om energetische problemen te herstellen. Energetische Meditatie vormt daarbij de sleutel. Dit is een mengeling van het beste uit de klassieke zitmeditatie die zich richt op het bewustzijn, samen met dynamische meditatievormen die gebaseerd zijn op energie.