Wat schreef Auguste de Labouïsse-Rochefort over Rennes-les-Bains?

Auguste de Labouïsse-Rochefort was een Franse schrijver en dichter die leefde van 1778 tot 1852. Hij is vooral bekend om zijn poëzie waarin hij zijn liefde voor zijn vrouw Éléonore bezong, die hij de Poëet van het huwelijk noemde. Maar hij hield ook van geschiedenis en reizen, en in 1832 publiceerde hij een boek getiteld "Voyage à Rennes-les-Bains", waarin hij zijn indrukken en ontdekkingen over dit kleine dorpje in de Aude deelde.

Rennes-les-Bains is een kuuroord dat al sinds de oudheid bekend staat om zijn warme bronnen met geneeskrachtige eigenschappen. Labouïsse-Rochefort beschrijft de schoonheid van het landschap, de rijkdom van de flora en fauna, de geschiedenis van de Romeinse nederzetting en de middeleeuwse abdij, en de gewoonten en legenden van de lokale bevolking. Hij is vooral geïntrigeerd door een verhaal over een verborgen schat die bewaakt wordt door de duivel bij het kasteel van Blanchefort.

Volgens de legende gaat het om negentien en een half miljoen goudstukken die op een mooie zonnige dag werden gezien door een jonge herderin die in de buurt woonde. Toen ze terugkwam met haar ouders, was de schat verdwenen. Een tovenaar werd ingeschakeld om te helpen. De tovenaar zei dat hij bereid was om te helpen als hij de helft van de schat kreeg en de hulp van de dorpelingen om de duivel te vangen. De tovenaar ging op zoek naar de duivel. Toen de dorpelingen een groot lawaai hoorden, werden ze bang en vluchtten ze weg. De tovenaar vertrok naar Limoux, teleurgesteld en boos.

Labouïsse-Rochefort vertelt dan dat de markies de Fleury, die eigenaar was van de ruïnes van Blanchefort, dreigde om de dorpelingen aan te klagen voor het schenden van zijn terreinen, waarmee hij dit verhaal verbindt met echte feiten. Labouïsse-Rochefort eindigt met een klein gedicht over de schat:

Comme un misérable nu
Avec sa mine hagarde
Le front chauve et biscornu
Armé d’une hallebarde
Au pied de ce mont chénu
L’ange de race bâtarde
Au ton sec et saugrenu
Tient constamment sous sa garde
Cet immense revenu
Que de ce roc je regarde
Comme si j’étais venu
Pour lui monter une garde
Et voler ce contenu
Que de céder il n’a garde

Labouïsse-Rochefort's beschrijving van deze lokale legende toont aan dat de historische wortels van het Mysterie van Rennes-le-Château veel ouder zijn dan het verhaal van abbé Saunière. Er werd al lang gesproken over een lokale schat voordat hij opdook. Noel Corbu liet zich duidelijk inspireren door dit boek. In de bandopname die hij maakte om zijn hotelgasten te vermaken, sprak hij ook over negentien-en-een-half miljoen goudstukken.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.