15. Fantasie (Naga-loka)
Naga-loka werd altijd beschouwd als de onderwereld. Evenals er zeven vlakken boven zijn, zijn er zeven vlakken beneden. Deze lagere loka’s liggen onder water en de heersers van elke onderwereld zijn verschillende soorten wezens. Eén van deze zeven onderwerelden is Patal en de heersers van dit gebied zijn de slangen (naga’s). In de mythologie worden de naga’s verondersteld half-goddelijke wezens te zijn met een menselijk gezicht en de staart van een draak. Er bestaat een sekte van kluizenaars die Naga’s worden genoemd en die beschikken over grote wijsheid. Voor hen bestaan er geen geheimen op deze wereld en niets is verborgen of zou voor hen verborgen kunnen worden. Daarom is Naga-loka het vlak van de Fantasie. Dit vlak staat niet boven het Fysieke Vlak maar eronder, onder water verzwolgen, evenals de aard van de fantasie.
De speler die hier terecht komt, belandt volledig in het gebied van de fantasie. Zijn verbeelding zweeft in de wolken boven het Fysieke Vlak en hij houdt zich bezig met de oneindige mogelijkheden van het menselijk bestaan. Hij ziet geen grenzen in zichzelf en er is niets dat hij niet kan doen.
Hij besteedt al zijn energie aan het ontdekken van zijn verbeelding, ondergedompeld in de kunst, nieuwe ideeën en uitvindingen. Hij onderzoekt de wereld die zijn zintuigen hem aanbieden en zoekt naar steeds sterkere stimuli voor zijn verbeelding. Hij gebruikt zijn zintuiglijke ervaringen om nieuwe combinaties te scheppen die hij nog niet ervaren heeft.
Dit is het vlak van de speculatie, en van ‘Wat als?’. De verbeelding kent geen grenzen; niets is te fantastisch of te bizar.
In het Vermaak werd de speler zich bewust van zijn mogelijkheden en in het vlak der Fantasie is hij erin ondergedompeld. Veel van de prachtige kunstwerken zijn ontstaan uit deze overgave aan de onbeperkte verbeelding. Maar wanneer men toestaat dat deze verbinding een te hoge vlucht neemt en te lang duurt, verliest de speler de relatie met de werkelijkheid van het dagelijkse leven. En vlak voor hem ligt de slang van de Jaloersheid op de loer om hem te grijpen als hij zich door zijn fantasie zo sterk laat meeslepen dat hij niet meer ziet wat voor hem ligt.
In het Sanskriet betekent naga slang en daarom is dit ook het vlak van de slang, het synoniem van energie. De kundalini die de yogi door zijn pogingen probeert op te wekken, wordt eveneens de kracht van de slang genoemd. Ook de duivel wordt vaak als een slang voorgesteld. De slang is de belichaming van de beweging en al deze dingen bestaan in de menselijke geest op het vlak van de Fantasie.
Dit vlak is synoniem met de beweging van de energie en de slang is het dier dat het beste de aard van de speler voorstelt die vanuit de tweede chakra leeft. Het duidt op flexibiliteit en het vermogen om van vorm te veranderen. Evenals de slang zijn toevlucht zoekt in een holte in de aarde, zo gedraagt ook de speler zich die terechtkomt op de tweede chakra.
