17. Genade (Daya)

 

Genade is een goddelijke eigenschap die zo’n kracht heeft dat het de speler direct naar het achtste niveau brengt, het vlak van het Absolute (69). In het Sanskriet bestaat er een gezegde, ‘Genade (daya) is de grondslag van rechtvaardigheid (dharma)’. Zonder genade is een werkelijk religieus leven onmogelijk. Genade, vriendelijkheid, volharding en gematigdheid op het juiste moment verrijken het goede in de mens en helpen hem om zijn emoties te zuiveren, zijn karakter te vormen, en zijn gevoel voor schoonheid te ontwikkelen. De barrière van zijn persoonlijkheid wordt opzijgeschoven en zijn geest wordt een afspiegeling van het goddelijke.

Genade is zich overgeven aan het meeleven met anderen, wat zo'n kracht heeft dat het ego daarvoor opzij wordt gezet. De gevoelens zijn zo sterk dat de ogen zich met tranen vullen van vreugde, en het hart sneller gaat slaan door opwinding en een gevoel van liefde. Voor een ogenblik voelt men zich één met het Goddelijke.

Genade is de meest positieve factor van het vermogen om zich zijn mogelijkheden te verbeelden. Deze staat wordt geschapen wanneer het meeleven zich uitstrekt naar iemand door wie de identificatie van de speler met zichzelf wordt gekwetst. In plaats van terug te slaan en het ik als ik te laten gelden, keert de speler hem de andere wang toe.

Het vermogen tot verbeelding geeft de mens inzicht in de motieven van anderen. Hij ziet dat hij het zelf was die toestond om gekwetst te worden en dat de andere niet ‘verantwoordelijk’ was. Hij weet dat zij beide spelers zijn in het kosmische spel dat ver boven hun huidige niveau van begrijpen uitgaat. Hij ziet dat hijzelf de ander ook had kunnen kwetsen.

Hij erkent dat er hogere niveaus zijn en dat alleen hij die een inzicht verworven heeft door het vibreren op deze niveaus in staat is om een ander te beoordelen. Hij richt deze essentie van meelevendheid op de andere speler in de vorm van vergevingsgezindheid. Door dit te realiseren, bevrijdt zijn bewustzijn zich van zijn zelfidentificaties en schiet omhoog naar het vlak van het Absolute. Een daad van genade kan echter niet alle daden (karma’s) van het verleden opheffen en daarom moet de speler verder gooien tot de slang van Tamoguna (72) hem bijt. Dan wordt hij opgeslokt en teruggeworpen op de Aarde (51) om zijn taak verder te volbrengen.

 

Ga verder naar 69. Het Absolute


Leela, spel der zelfkennis, door Harish Johari
Redactie en art: Garsett Larosse